Schakel over naar mappenlijst in Navigatie paneel.
CTRL + 6
Schakel over naar snelkoppelingen.
CTRL + 7
Schakel over naar het volgende bericht (met geopend bericht).
CTRL + PERIODE
Schakel naar het vorige bericht (met geopend bericht).
CTRL + COMMA
Beweeg tussen de Navigatie paneel, het hoofdvenster van Outlook, de Leesvenster, en de To-Do Bar.
CTRL + SHIFT + TAB of SHIFT + TAB
Ga tussen het Outlook-venster, de kleinere deelvensters in deNavigatie paneel, de Leesvenster, en de secties in de To-Do Bar.
TABBLAD
Ga tussen het Outlook-venster, de kleinere deelvensters in deNavigatie paneel, de Leesvenster, en de secties in de To-Do Baren toon de toegangssleutels in het Outlook-lint.
F6
Verplaats de berichtkopregels in de Navigatie paneelof een open bericht.
CTRL + TAB
Beweeg binnen de Navigatie paneel.
Pijltjestoetsen
Ga naar een andere map.
CTRL + Y
Ga naar de Zoeken doos.
F3 of CTRL + E
In de Leesvenster, ga naar het vorige bericht.
ALT + PIJL-OMHOOG of CTRL + KOMMA of ALT + PAGINA-OMHOOG
In de Leesvenster, blader door tekst.
SPATIEBALK
In de Leesvenster, door tekst bladeren.
SHIFT + SPATIEBALK
Een groep samenvouwen of uitvouwen in de lijst met e-mailberichten.
PIJL-LINKS of PIJL-RECHTS
Ga terug naar de vorige weergave in het hoofdvenster van Outlook.
ALT + B of ALT + PIJL-LINKS
Ga door naar de volgende weergave in het hoofdvenster van Outlook.
ALT + PIJL-RECHTS
Selecteer de Infobar en, indien beschikbaar, het menu met opdrachten weergeven.
CTRL + SHIFT + W
Zoek een bericht of ander item.
CTRL + E
Wis de zoekresultaten.
ESC
Breid de zoekopdracht uit om op te nemen Alle poststukken, Alle agenda-items, of Alle contactitems, afhankelijk van de weergave waarin u zich bevindt.
CTRL + ALT + A
Gebruik Geavanceerd zoeken.
CTRL + SHIFT + F
Maak een zoekmap.
CTRL + SHIFT + P
Zoek naar tekst in een open item.
F4
Zoek en vervang tekst, symbolen of opmaakopdrachten. Werkt in de Leesvenster op een open item.
CTRL + H
Breid de zoekopdracht uit om items uit de huidige map op te nemen.
CTRL + ALT + K
Breid de zoekopdracht uit om submappen op te nemen.
CTRL + ALT + Z
Open de Markeer voor Follow-up dialoogvenster om een vlag toe te wijzen.
CTRL + SHIFT + G
Verwijder de geselecteerde categorie uit de lijst in de Kleur Categorieëndialoog venster.
ALT + D
Maak een afspraak.
CTRL + SHIFT + A
Maak een contact.
CTRL + SHIFT + C
Maak een lijst met contactpersonen.
CTRL + SHIFT + L
Maak een fax.
CTRL + SHIFT + X
Maak een map.
CTRL + SHIFT + E
Maak een journaalboeking.
CTRL + SHIFT + J
Maak een vergaderverzoek.
CTRL + SHIFT + Q
Maak een bericht.
CTRL + SHIFT + M
Maak een notitie.
CTRL + SHIFT + N
Maak een Microsoft Office-document.
CTRL + SHIFT + H
Posten in deze map.
CTRL + SHIFT + S
Plaats een antwoord in deze map.
CTRL + T
Maak een zoekmap.
CTRL + SHIFT + P
Maak een taak.
CTRL + SHIFT + K
Maak een taakverzoek.
CTRL + SHIFT + U
Opslaan (behalve in Taken).
CTRL + S of SHIFT + F12
Opslaan en sluiten (behalve in Mail).
ALT + S
Opslaan als (alleen in Mail).
F12
Ongedaan maken.
CTRL + Z of ALT + BACKSPACE
Verwijder een item.
CTRL + D
Afdrukken.
CTRL + P
Kopieer een item.
CTRL + SHIFT + Y
Verplaats een item.
CTRL + SHIFT + V
Controleer namen.
CTRL + K
Controleer spelling.
F7
Markeer voor follow-up.
CTRL + SHIFT + G
Vooruit.
CTRL + F
Verzend of post of nodig iedereen uit.
ALT + S
Schakel bewerken in een veld in (behalve in de e-mail- of pictogramweergave).
F2
Tekst links uitlijnen.
CTRL + L
Tekst centreren.
CTRL + E
Tekst rechts uitlijnen.
CTRL + R
Overschakelen naar Postvak IN.
CTRL + SHIFT + I
Overschakelen naar Outbox.
CTRL + SHIFT + O
Kies het account van waaruit u een bericht wilt verzenden.
CTRL + TAB (met de focus op de Naar box), en dan TAB naar de Accounts knop
Controleer namen.
CTRL + K
Sturen.
ALT + S
Beantwoord een bericht.
CTRL + R
Allen beantwoorden op een bericht.
CTRL + SHIFT + R
Reageer met vergaderverzoek.
CTRL + ALT + R
Stuur een bericht door.
CTRL + F
Markeer een bericht als geen ongewenste reclame.
CTRL + ALT + J
Geef geblokkeerde externe inhoud weer (in een bericht).
CTRL + SHIFT + I
Posten in een map.
CTRL + SHIFT + S
Normale stijl toepassen.
CTRL + SHIFT + N
Controleer op nieuwe berichten.
CTRL + M of F9
Ga naar het vorige bericht.
PIJLTJE OMHOOG
Ga naar het volgende bericht.
PIJL OMLAAG
Maak een bericht aan (in Mail).
CTRL + N
Maak een bericht (vanuit elke Outlook-weergave).
CTRL + SHIFT + M
Open een ontvangen bericht.
CTRL + O
Een gesprek verwijderen en negeren.
CTRL + SHIFT + D
Open het adresboek.
CTRL + SHIFT + B
Voeg een Quick Flag toe aan een ongeopend bericht.
INSERT
Geef de Markeer voor Follow-up dialoog venster.
CTRL + SHIFT + G
Markeer als gelezen.
CTRL + Q
Markeren als ongelezen.
CTRL + U
Open de e-mailtip in het geselecteerde bericht.
CTRL + SHIFT + W
Zoek of vervang.
F4
Vind de volgende.
SHIFT + F4
Sturen.
CTRL + ENTER
Afdrukken.
CTRL + P
Vooruit.
CTRL + F
Doorsturen als bijlage.
CTRL + ALT + F
Toon de eigenschappen voor het geselecteerde item.
ALT + ENTER
Maak een multimediabericht
CTRL + SHIFT + U
Maak een sms.
CTRL + SHIFT + T
Markeren om te downloaden.
CTRL + ALT + M
Markering wissen om te downloaden.
CTRL + ALT + U
De voortgang van verzenden / ontvangen weergeven.
Maak een afspraak (in Agenda).
CTRL + N
Maak een afspraak (in elke Outlook-weergave).
CTRL + SHIFT + A
Maak een vergaderverzoek.
CTRL + SHIFT + Q
Stuur een afspraak of vergadering door.
CTRL + F
Beantwoord een vergaderverzoek met een bericht.
CTRL + R
Allen beantwoorden op een vergaderverzoek met een bericht.
CTRL + SHIFT + R
Toon 10 dagen in de kalender.
ALT + 0
Toon 1 dag in de kalender.
ALT + 1
Toon 2 dagen in de kalender.
ALT + 2
Toon 3 dagen in de kalender.
ALT + 3
Toon 4 dagen in de kalender.
ALT + 4
Toon 5 dagen in de kalender.
ALT + 5
Toon 6 dagen in de kalender.
ALT + 6
Toon 7 dagen in de kalender.
ALT + 7
Toon 8 dagen in de kalender.
ALT + 8
Toon 9 dagen in de kalender.
ALT + 9
Ga naar een date.
CTRL + G
Schakel over naar maandweergave.
ALT + = of CTRL + ALT + 4
Ga naar de volgende dag.
CTRL + PIJL-RECHTS
Ga naar de volgende week.
ALT + PIJL-OMLAAG
Ga naar de volgende maand.
ALT + PAGINA OMLAAG
Ga naar de vorige dag.
CTRL + PIJL-LINKS
Ga naar de vorige week.
ALT + PIJL-OMHOOG
Ga naar de vorige maand.
ALT + PAGE UP
Ga naar het begin van de week.
ALT + HOME
Ga naar het einde van de week.
ALT + EINDE
Schakel over naar volledige weekweergave.
ALT + MINUS TEKEN of CTRL + ALT + 3
Schakel over naar de werkweekweergave.
CTRL + ALT + 2
Ga naar vorige afspraak.
CTRL + COMMA of CTRL + SHIFT + COMMA
Ga naar de volgende afspraak.
CTRL + PERIODE of CTRL + SHIFT + PERIODE
Stel herhaling in voor een open afspraak of vergadering.
CTRL + G
Kies een nieuw gesprek.
CTRL + SHIFT + D
Zoek een contact of een ander item (zoeken).
F3 of CTRL + E
Voer een naam in de Zoek adresboeken doos.
F11
Ga in de kaart- of visitekaartkaartweergave van contacten naar het eerste contact dat begint met een specifieke letter.
SHIFT + letter
Selecteer alle contacten.
CTRL + A
Maak een bericht met het geselecteerde contact als onderwerp.
CTRL + F
Maak een journaalboeking voor de geselecteerde contactpersoon.
CTRL + J
Maak een contactpersoon (in Contacten).
CTRL + N
Maak een contact (vanuit elke Outlook-weergave).
CTRL + SHIFT + C
Open een contactformulier dat het geselecteerde contact gebruikt.
CTRL + O
Maak een lijst met contactpersonen.
CTRL + SHIFT + L
Afdrukken.
CTRL + P
Werk een lijst met leden van de contactlijst bij.
F5
Ga naar een andere map.
CTRL + Y
Open het adresboek.
CTRL + SHIFT + B
Gebruik Geavanceerd zoeken.
CTRL + SHIFT + F
Open in een open contact het volgende vermelde contact.
CTRL + SHIFT + PERIODE
Zoek een contactpersoon.
F11
Sluit een contact.
ESC
Verzend een fax naar de geselecteerde contactpersoon.
CTRL + SHIFT + X
Open de Controleer adres dialoog venster.
ALT + D
In een contactformulier, onder Internet, toon het E-mail 1informatie.
ALT + SHIFT + 1
In een contactformulier, onder Internet, toon het E-mail 2informatie.
ALT + SHIFT + 2
In een contactformulier, onder Internet, toon het E-mail 3informatie.
ALT + SHIFT + 3
Toon of verberg de To-Do Bar.
ALT + F2
Accepteer een taakverzoek.
ALT + C
Weiger een taakverzoek.
ALT + D
Zoek een taak of ander item.
CTRL + E
Open de Ga naar map dialoog venster.
CTRL + Y
Maak een taak aan (in Taken).
CTRL + N
Maak een taak (vanuit elke Outlook-weergave).
CTRL + SHIFT + K
Open geselecteerd item.
CTRL + O
Druk het geselecteerde item af.
CTRL + P
Selecteer alle items.
CTRL + A
Verwijder geselecteerd item.
CTRL + D
Stuur een taak door als bijlage.
CTRL + F
Maak een taakverzoek.
CTRL + SHIFT + ALT + U
Schakel tussen de Navigatie paneel, Taken lijst, enTo-Do Bar.
TAB of SHIFT + TAB
Open het geselecteerde item als een journaalitem.
CTRL + J
Laatste actie ongedaan maken.
CTRL + Z
Markeer een item of markeer het als voltooid.
INSERT
Geef de Formaat menu.
ALT + O
Geef de Lettertype dialoog venster.
CTRL + SHIFT + P
Van geval wisselen (met geselecteerde tekst).
SHIFT + F3
Formatteer letters als kleine hoofdletters.
CTRL + SHIFT + K
Maak letters vet.
CTRL + B
Voeg kogels toe.
CTRL + SHIFT + L
Maak letters cursief.
CTRL + I
Inspringing vergroten.
CTRL + T
Inspringing verkleinen.
CTRL + SHIFT + T
Links uitlijnen.
CTRL + L
Centrum.
CTRL + E
Onderstrepen.
CTRL + U
Vergroot de lettergrootte.
CTRL +] of CTRL + SHIFT +>
Verklein lettergrootte.
CTRL + [of CTRL + SHIFT + <
Besnoeiing.
CTRL + X of SHIFT + DELETE
Kopiëren.
CTRL + C of CTRL + INSERT
OPMERKING CTRL + INSERT is niet beschikbaar in het leesvenster.
Plakken.
CTRL + V of SHIFT + INSERT
Heldere opmaak.
CTRL + SHIFT + Z of CTRL + SPATIEBALK
Verwijder het volgende woord.
CTRL + SHIFT + H
Rek een alinea uit zodat deze tussen de marges past.
CTRL + SHIFT + J
Stijlen toepassen.
CTRL + SHIFT + S
Maak een hangende inspringing.
CTRL + T
Voeg een hyperlink in.
CTRL + K
Lijn een alinea links uit.
CTRL + L
Lijn een alinea rechts uit.
CTRL + R
Verminder een hangende inspringing.
CTRL + SHIFT + T
Alineaopmaak verwijderen.
CTRL + Q
Bewerk een URL in de hoofdtekst van een item.
Houd CTRL ingedrukt en klik vervolgens op.
Voeg een hyperlink in.
CTRL + K
Open Afdrukken tabblad in de weergave Backstage.
Druk op ALT + F en vervolgens op P
Om een item af te drukken vanuit een open venster.
ALT + F, druk op P, druk vervolgens op F en druk op 1
Open Pagina instellingen van Afdrukvoorbeeld.
ALT + S of ALT + U
Om een printer te selecteren uit Afdrukvoorbeeld.
ALT + F, druk op P en druk vervolgens op I
Naar Definieer afdrukstijlen.
ALT + F, druk op P en druk vervolgens op L
Openen Afdrukopties.
ALT + F, druk op P en druk vervolgens op R
Start met verzenden / ontvangen voor alle gedefinieerde groepen voor verzenden / ontvangen met omvatten deze groep in Verzenden / ontvangen (F9) geselecteerd. Dit kunnen kopteksten, volledige items, gespecificeerde mappen, items kleiner dan een specifieke grootte of elke combinatie die u definieert omvatten.
F9
Start een verzending / ontvangst voor de huidige map en haal de volledige items op (koptekst, item en eventuele bijlagen).